Een kastanjeboom die een tikje in de weg staat. Een luxeprobleem voor iemand die in alle gezondheid op het punt staat haar negentigste verjaardag te vieren. Bep Loonen is verder een tevreden huurder: “Ik heb het hier best goed voor elkaar.”
Het is een understatement voor iemand die op deze leeftijd nog zo goed ter been en helder van geest is als Bep van Loon. Dat haar zeven kinderen en vijftien kleinkinderen vrijwel allemaal in de buurt wonen, is vooral gezellig. Zorgen kan Bep nog uitstekend voor zichzelf. Samen met ongeveer vijftig andere bewoners woont ze in een appartementencomplex voor senioren van Mooiland, op een steenworp afstand van het centrum van Boxmeer. “Ik heb alles hier om mij heen op loopafstand, dat is erg prettig en makkelijk. Ik trek er bijna dagelijks op uit voor een boodschap of wandeling.”
Eten doen de bewoners geregeld samen in de gemeenschappelijke ruimte. Het weerhoudt Bep er niet van in te gaan op een aanbod van Mooiland om haar eigen keukentje – deels - te vernieuwen. “Ik krijg binnenkort een nieuw aanrechtblad, alleen weet ik nog niet precies wanneer” Een dochter vult aan: “Hopelijk nog voor de bouwvakantie, maar daarover geeft Mooiland helaas nog geen duidelijkheid.” Bep is tevreden in haar knusse appartement. “Alle kinderen en kleinkinderen passen er niet meer samen in, maar dat geeft niet. Mooiland bouwt even verderop nieuwe, ruimere woningen, maar dat kan ik niet betalen van mijn AOW. Ik blijf lekker zitten waar ik zit”.
Al veertig jaar is ze huurder van Mooiland, waarvan de laatste negen in haar huidige woning. “Met mijn man had ik jarenlang een bakkerij in Beugen, hier even verderop. Toen hadden we nog een koophuis, maar daarna kozen we voor een huurwoning van Mooiland. Dat ben ik blijven doen toen mijn man 23 jaar geleden overleed.”
Klachten of vragen? Bep heeft ze naar eigen zeggen niet over Mooiland, en dat had ze ook niet in de afgelopen veertig jaar. Of toch wel? “Die kastanjeboom, kunnen jullie daar echt niks aan doen? Ach weet je, laat eigenlijk maar, die boom staat er al zo lang.” Wat oud is, heeft z'n plek verdiend, zeg maar.